24 jan 2021

24 jan 2021

Gebruik je brein… voordat het jou gebruikt

By:

Category: Algemeen

0 Comment

Waarschijnlijk is het geen verrassing, als ik beweer, dat je gedrag wordt gestuurd door je brein. Maar daarmee is niet gezegd, dat jouw gedrag steeds bewust gekozen is. Integendeel. De meeste dingen die je doet, worden door je brein gestuurd, terwijl je daar zelf niet in gekend wordt. Het zijn automatische handelingen of gewoontereacties, waarvan je je misschien wel bewust bent, maar die buiten dit bewustzijn om tot stand komen. Neem bijvoorbeeld een handeling als autorijden. Natuurlijk ben je je voor het grootste deel wel bewust van je eigen rijgedrag, maar voor de meeste mensen is het autorijden een automatisme. Je brein is in staat om tijdens een groot deel van de autorit zelfstandig te reageren op verkeerssituaties. Ondertussen kun jij je met andere dingen bezighouden, zoals bedenken, wat je die avond gaat koken. Of je kunt heerlijk naar muziek luisteren. Neem zo’n eenvoudige handeling als wandelen. Als je een wandeling maakt, is dit waarschijnlijk een bewuste activiteit. Je weet, dat je wandelt, maar je zet niet heel bewust de ene voet voor de andere. De benen doen het werk, en ze worden aangestuurd door je brein. Als je plotseling een sloot moet oversteken, kun je wel bewust vaststellen, hoe je kunt voorkomen dat je natte voeten krijgt. Maar jouw brein stuurt voor het grootste deel van de wandeling jouw gedrag aan, zonder jou ermee te vermoeien. Er zijn ook dingen die je doet, zónder ervan bewust te zijn. Dingen die je onbewust doet, omdat je aandacht ergens anders op is gericht. Dat zijn dan volledig geautomatiseerde handelingen.

Het feit, dat je veel dingen automatisch of onbewust doet, betekent niet, dat je op zo’n moment onder invloed staat van een boze geest of dat je lijdt aan een psychische stoornis. Het betekent, dat je niet altijd gelijk bent aan je brein. Ik bestrijd daarmee niet datgene, wat de bekende Nederlandse neuroloog Dick Swaab schrijft in zijn boek Wij zijn ons brein. In zekere zin, zíjn wij namelijk ons brein, en zonder brein kan geen sprake zijn van een ik of een wij. Maar de activiteiten van ons brein gaan verder dan ons bewustzijn. Veel acties die het in gang zet, worden ook niet gevoed door je bewuste wil, maar vanuit centra in het middenbrein en de hersenstam. Een belangrijke motor achter ons gedrag zijn de instincten; aangeboren neigingen die ten dienste staan van de overleving, de voortplanting en van genot. Bij de aansturing maakt het brein gebruik van chemische stoffen (o.a. neurotransmitters) en van neurale netwerken. De ervaringen die je brein opdoet, worden vastgelegd in geheugencentra, en deze zijn vaak associatief van aard. De dingen die gelijktijdig optreden, worden via zenuwbanen als ervaringen aan elkaar gekoppeld. Zo ontstaat de automatische piloot in je brein; het deel dat relatief zelfstandig ervaringen vastlegt, met elkaar verbindt, en als een motor fungeert voor je handelen. Het lijkt er overigens op, dat deze niet bestaat uit één hersenkern, maar uit neurale netwerken die hersendelen laat samenwerken. Een groot gedeelte van je dagelijkse bezigheden wordt primair door deze automatische piloot aangestuurd. Daarnaast heeft zich in je brein een hersenkwab ontwikkeld (de frontaalkwab), die ervaringen kan symboliseren (de cognitieve functies), impulsen kan afremmen, en doelgericht gedrag kan opstarten (de zelfcontrole). In vergelijking met andere zoogdieren, heb je een goed ontwikkelde frontaalkwab. Daardoor ben je bovengemiddeld in staat, om je automatische piloot bij te sturen. Als je gedrag doelbewust en doelgericht is, dan wordt het aangestuurd door de executeur. Ook deze executeur bestaat uit neurale netwerken, waarbij sprake is van top-down verkeer: Je onderdrukt impulsen, geeft niet toe aan gewoontes, maar stuurt actief jouw gedrag.

Hoe kun je de executeur in je brein aan het werk zetten, en daarmee de controle over je gedrag vergroten? Daarvoor zijn enkele belangrijke technieken geschikt. Allereerst door doelen te stellen. Je brein stelt je in staat, om je een voorstelling te maken die verdergaat dan de situatie waarin je verkeert. Dit is een vrij uniek vermogen, omdat andere dieren dat niet kunnen. Zij leven in het verleden en heden, en wij, mensen, voegen daar een toekomst aan toe. Je bent daarmee in staat, om je een voorstelling te maken van een gewenste situatie, en je gedrag daarop af te stemmen. Doelen stellen houdt in, dat je je brein gebruikt om je de concrete voorstelling te maken van een wenselijke situatie, en deze plaatst in een tijdpad. De tweede stap om je executeur aan het werk te zetten, is het gebruik van zelfinstructies. Je kunt een kind helpen om bepaald gedrag uit te voeren, door het de juiste instructies te geven. Die instructies worden daardoor leidend. Iets vergelijkbaars geldt voor je brein. Je kunt de lagere delen van je brein aansturen door gebruik te maken van zelfinstructies. Je instrueert dan je brein heel bewust, welke stappen het moet zetten, en je doet dit met volledige aandacht. Waarschijnlijk is dit wat elke slankelijner doet, wanneer hij of zij start met gezond te eten: je geeft nu niet toe aan je neiging om de koekentrommel te pakken, maar gaat op de bank jezelf even ontspannen… Op de een of andere wijze slagen we erin om impulsgedrag te stoppen door heel bewust tegen onszelf te praten. Van dit gegeven maken we gebruik bij cognitieve therapie: je richt je aandacht op de gedachten die door je brein gaan, en leert doelgericht te denken. Stap drie bij de vergroting van je zelfcontrole is imagineren. Je stelt je voor, dat je die dingen doet, die helpen om je doel dichterbij te halen. Door te imagineren raak je sneller vertrouwd met je nieuwe gedrag, en bouw je in je brein netwerkverbindingen op, die dit ondersteunen. Je vervangt bij wijze van spreken de oude neurale netwerken door nieuwe, waardoor deze de rol van de oude overnemen. Stap vier bestaat uit repeteren. Zoek naar zoveel mogelijk gelegenheden om het nieuwe gedrag uit te voeren. Als je last hebt van verlegenheid, en je wil aanleren om gesprekken met mensen te beginnen, zoek dan situaties op waarin je kunt oefenen. Spreek mensen aan tijdens het winkelen of tijdens een wandeling, en zorg ervoor dat andere mensen een startknop zijn voor sociaal contact. Tenslotte de laatste stap: Maak gebruik van bekrachtiging. Jouw brein is geneigd om gedrag sneller te herhalen, als dit belonende gevolgen heeft. Deze wetmatigheid ken je wel, en waarschijnlijk pas je haar toe door mensen complimenten te geven wanneer ze iets goeds gepresteerd hebben. Je kunt haar ook op jezelf toepassen, door je executeur te belonen met complimenten of een tastbare traktatie: een boeket bloemen. In elk geval door er oog voor te hebben, dat je iets doet wat jíj wil, in plaats van enkel achter je brein aan te lopen.

Add Your Comment